IJsland – maandag 30 mei 2016

30  mei 2016 – maandag

Zon
Vanmorgen schijnt voor het eerst de zon. Uit de wind (toch koud vanwege de zee) is het zelfs behaaglijk te noemen. We ontbijten en gaan douchen in het hoofdgebouw. Daar is het druk met ontbijters, toilet- en douchebezoekers. Op tafels wordt van alles en nog wat opgewarmd of gekookt. Eigenlijk is het een rommeltje, maar niemand maakt er een probleem van.
We ruimen onze eigen spullen op, vervangen de watervoorraad en doen wat er verder nog moet gebeuren om met een camper op pad te kunnen . In het dorp doen we nog wat boodschappen en om twee uur vertrekken we.

Onderweg
Onderweg is er in feite niets spannends te beleven maar er is heel veel te zien. Ook dat is een belevenis en we stoppen vaak om rustig rond te kunnen kijken. We eten wat aan een houten tafel, vlak bij een tunnel in de buurt van Stokkanes. Een toerist, lijkt me een Indier, loopt foto’s te maken en hij biedt aan om ons ook te fotograferen. Hij krijgt mijn fototoestel en hij zorgt ervoor dat we vereeuwigd worden. Dan gaat hij naar het zuiden en wij gaan door de tunnel (zes kilometer lang) naar het noorden. Tegen zessen geraken we in Djupvogur, een vissersplaatsje met een camping.

Export
We bekijken de haven. Een vissersschip tilt bakken met joost mag weten wat voor diersoort -een vis kun je het niet noemen- van boord. Een visser laat ons zien wat voor beest het is en een oudere man vertelt ons dat IJslanders dit niet eten maar de Chinezen wel. Export dus. Hij legt ons ook uit hoe die beesten gevangen worden, met een sleepnet over de zeebodem.

Camping
We bekijken de camping van Djupvogur maar het trekt niet echt en daarom gaan we door naar Fossardalur. Volgens de bordjes langs de weg moet er ergens een camping zijn. Die zoeken we op en daarvoor moeten we een wel erg steile weg op. Boven komen we op een parkeerplaats terecht, maar veel ruimte is er niet en we blijven daarom maar op de weg staan. Als er een paar auto’s zijn vertrokken kunnen we parkeren. Een camping is er niet te vinden en daarom besluiten we terug te gaan, want beneden zien we een parkeerplaats en daar staat al een camper. In de tweede versnelling en met de voet op de rem gaan we naar beneden, maken een scherpe bocht en staan even later voor een afgesloten brug. Dan wordt het keren op enkele vierkante meters om terug te kunnen naar de ringweg. Meteen na een andere brug slaan we rechtsaf en via een gravelweg met hier een daar een kuiltje bereiken we de gespotte parkeerplaats. Hier blijven we.