Den Bosch – 14 april 2016

Donderdag 14 april 2016

Kaartjes
Al een tijdje van plan om naar Den Bosch te gaan, naar het Noordbrabants Noordbrabants-Museum_11586Museum. Jeroen Bosch. Voorbereidend werk was het aanschaffen van kaartjes via de website van het museum. Het was druk op het internet. Zo druk, dat we van arren moede twee verschillende bezoekdagen en -uren invulden, omdat we dachten dat onze eerste keuze voor een bezoek domweg niet geregistreerd werd. Een half uur later bleken we ineens in bezit te zijn van vier kaarten op twee verschillende dagen. Twee kaartjes hebben we kunnen doorverkopen aan leeftijdgenoten uit Eindhoven en de overige twee hebben we op donderdagavond zelf kunnen gebruiken.

Hotels
Hotels genoeg in Den Bosch, dat is het probleem niet. Probleem is alleen dat ze geen kamers meer vrij hebben. Reden waarom we deze middag in hotel “De Kruishoeve” in Vught terecht komen, een zestal kilometers buiten Den Bosch. Na de incheck en het uitpakken van de koffers rijden we naar Den Bosch.

Museum
Om half zes komen we aan bij het museum waar we, zittend in de zon, naar leeftijdgenoten kijken die het museum verlaten. Tegen zes uur mogen we naar binnen en blijven tot 11 uur. Dag en tijd waren nauwkeurig vastgesteld en er wordt nauwgezet gecontroleerd. Maar goed ook, want hoewel het redelijk druk is, door de regulering van de mensenstroom zijn, na soms even wachten en voorzichtig doorschuiven, alle schilderijen goed te bekijken.

Jeroen Bosch
Fascinerend. Wat die man en zijn medewerkers aan mooi en lelijk bij
eDe bedelaarlkaar hebben geschilderd. Religieuze tijdsbeelden, van goed en kwaad, van hemel en hel.
Een greep: De hooiwagen, De Tuin der Lusten (van een navolger, het echte werk hangt in Madrid en bleef daar), De heilige Johannes de Doper in de wildernis,
De heilige Christophorus, De Marskramer, Het Narrenschip.  Kort door de bocht, het zou gaan om ruim 20 schilderijen en ongeveer even zo vele tekeningen van zijn hand.

Den Bosch bij nacht
Tegen half 11 beginnen we aan een afsluitingsrondje. Nog even terugkijken. Dat kan nog net, want de suppoosten staan al klaar om de bezoekers, waaronder veel leeftijdgenoten, langzaam maar zeker naar de uitgang te drijven. Een suppoost vertelt dat de openingstijden nog verder worden opgerekt. Vanaf acht uur ’s ochtends tot een uur ’s nachts, de enige manier om al die nog komende bezoekers gelegenheid te geven “Jeroen Bosch” te zien.
We slenteren de stad in op zoek naar een terras. Keuze volop. We komen terecht naast een groepje twintigers, die ons uitvoerig uitleggen hoe leuk de stad is (Oeteldonk), hoe druk (twee horica-jongens vertellen dat er normaal zo’n zestig klanten per dag in hun zaak komen en dat het er nu tien keer zoveel zijn, gouden tijden) en ook: “Wilt u nog een pilske meneer, dan haal ik er even een voor u”. Mijn vrouw heeft pech. Ze heeft nog een glas wijn voor zich staan. Half vol.