IJsland – dinsdag 31 mei 2016

31  mei 2016 – dinsdag

Gravel
Vanmorgen enigszins grauw-grijzig weer, maar met de kou valt het mee. De nevel die gisteravond boven het water hing is verdwenen. Onze camperbuurman is inmiddels vertrokken en wij gaan van Fossardalur de ringweg op om de Berufjördur  te ronden. Tot onze verbazing verandert ringweg nr 1 in een gravelbaan. Onderhoud van het wegennet is in IJsland erg duur en het geld daarvoor moet door weinig mensen worden opgebracht en zodoende wordt er elk jaar een stuk van de ringweg vernieuwd of onderhouden.
Conclusie: ze zijn voorlopig nog wel even bezig.
In de buurt van Streitishvarf stoppen we op een parkeerplaats. Het berglandschap is prachtig. Links de bergen, rechts de Atlantische Oceaan. Dat is in ons geval steeds zo, het is maar net hoe je IJsland rond wilt rijden. Wij zijn vanaf Keflavik eerst naar het zuiden, dan naar het oosten en vervolgens naar het noorden gereden.

Canada
Een Canadees echtpaar stopt ook op de parkeerplaats en even later raken we met elkaar aan de praat. We zeggen waar we vandaan komen en de man vertelt ons dat zijn ouders in Venlo woonden. Die zijn in de jaren vijftig naar Canada gegaan. Vanmorgen was het echtpaar betrokken bij een ongeluk. Twee auto’s waren boven op elkaar gebotst en eentje daarvan raakte hun gehuurde auto maar ze konden er zonder problemen mee verder rijden. We hebben het nog even over de kosten van hotel, auto- en camperhuur en over de bijkomende kosten. Voor zover wij kunnen zien maakt het allemaal niet zoveel verschil. IJsland is een duur vakantieland.

Weg 96
In Breidalsvik tanken we, verlaten de ringweg en volgen weg 96 langs de kust. Een mooie route. De weg stijgt, daalt, maakt onverwachte bochten.

Sneeuw
Vlak voor Taskudsfjodur slaan we linksaf om door een tunnel te gaan. Daarmee laten we de mogelijkheid om nog een baai te ronden voor wat het is. Vlak bij de tunnel pauzeren we. Een Indiër biedt aan om ons op de foto te zetten – hij loopt ook met een Canon rond –  en na het poseren gaan we door de 6 km lange tunnel, regelrecht uit de rotsen gehouwen. Functioneel en niks mooi afgewerkte wanden met tegeltjes. Aan het einde van de tunnel gaan we naar Egilstadir via weg 92, een goede weg door een mooi landschap. Boodschappen doen we bij Bonus in Egilstadir. Daarna volgen we de ringweg weer, een heel lang stuk. Het landschap verandert. We komen hoger, zien sneeuw, nog meer sneeuw, lavalandschap, riviertjes en rivieren gevuld met het water van smeltende sneeuw. Na Egilstadir zien we nog een enkele boerderij (schapen) maar dat houdt op. Het land wordt lavaveld. Ondertussen komen we, bijna ongemerkt,  steeds hoger de bergen in. Het is een mooi land dat telkens verrast en ik betrap me er op, dat ik steeds wil weten wat er na de volgende bocht te zien is.

Idyllisch
We verlaten de ringweg en rijden de 901 op. Aan deze weg zou een camping moeten liggen en na acht kilometer gravel en stofwolken komen we daar inderdaad aan. We blijven.
Een Deense mevrouw legt uit waar we ons kunnen melden. Een plekje om te overnachten moeten we maar zoeken. Het gras is te zompig, vandaar dat iedereen op het geasfalteerde terreintje is gaan staan. Wij zetten de camper op een grasveldje vlak naast het hoofdgebouw. Het veldje ligt wat hoger en het is droog. Er hebben echter wel schapen gelopen. Om de schoenen zo schoon mogelijk te houden is het enigszins laveren geblazen om bij de deur van de camper te komen, maar oefening baart kunst. Als we geïnstalleerd zijn en ons gemeld hebben bij de beheerder blijken we op een zeer idyllische plek te zijn aanbeland. We kijken vanuit de deuropening naar een gastenverblijf met graszoden langs de buitenmuren, een eindje verderop vinden we een wel heel klein kerkje voor hooguit 20 mensen en een pastor. Rondom het kerkje ligt de begraafplaats met nog een enkele grafsteen. In de verte de Herdubreid. (zie foto’s).