Ik heb u lief, mijn heerlijk dorpje

Ik heb u lief, mijn heerlijk dorpje
(Op de wijze van: Ik heb u lief, mijn heerlijk landje)

1. Ik heb u lief m’n heerlijk dorpje,
mijn eigen Schoonebeek.
Toen olie uit de bodem bloeide,
kwam welvaart in de streek.
Lang lag je stil verlaten,
mijn dorpje aan de stroom
En ’t is dat oude dorpje,
Waar ik nog steeds van droom.

2. Je Ooster’bos en Westereinde
De Bult en Middendorp.
Daar vind ik nog de oude plekjes,
daar is mijn eigen dorp.
Als daar iets zou verandr’en,
dan deed het mij verdriet,
Want o die oude plekjes,
vergeten kan ‘k ze niet.

3. Ze zijn zo oud, die dierbre plekjes,
waar ik mijn lied van zong.
Maar Schoonebeek, ons eigen dorpje,
dat blijft ook altijd jong.
Wij leven en wij werken
te samen, heel de week,
en houden van ons dorpje,
ons eigen Schoonebeek.